Op bezoek bij...Albert Oomen:
Voor dit bezoek reizen we af naar
het dorpje Sprundel, ergens tussen Breda en Roosendaal, waar we Albert Oomen bezoeken
aan de Luienhoeksestraat. De straat waar hij zijn hele leven gewoond heeft. Sinds
1995 woont hij, met zijn vrouw Irma Aarts, 2 huizen naast zijn ouderlijk huis.
Geschiedenis
Albert werd in 1970 geboren en heeft een twee jaar jongere broer, Robert, die
ook veel werk verricht aan de tractoren van Albert. Als klein jongetje, begin
jaren 80, werden Albert en Robert door hun ouders al meegenomen naar de Tractor
Pulling wedstrijden in de buurt van Sprundel. Interesse voor techniek is er altijd
al geweest, want in zijn jonge jaren was Albert al bezig met het opvoeren van
brommers en auto's. Na de LTS gevolgd te hebben en een opleiding voor 2e en daarna
1e monteur gaat Albert werken bij zijn oom, J.M. Oomen uit Sprundel. Bij deze
Fiat/New Holland dealer is hij monteur van dit merk tractoren. Hiervoor verricht
hij zijn werkzaamheden zowel bij het bedrijf als onderweg met de servicebus. Rond
1989 werd voor de eerste keer meegedaan met een Fiat 130-90 in de zwaardere standaardklassen,
waar beide jongens toentertijd op reden. Rond 1992 werd er meegedaan met de Fiat
850, waar nu nog steeds mee wordt gereden. De historie van deze tractor stamt
uit 1974. Toen kocht de vader van Albert twee Fiat 850's voor zijn loonbedrijf.
Rond 1992 werd de ene Fiat verhandeld en bleef de andere staan, waardoor dit een
mooie prooi kon worden voor Albert. De 850 was toen nog voorzien van een cabine
en een A-pomp en had geen turbo. 
De prestaties waren al erg goed in de 4,5 ton, waar toen in werd deelgenomen.
Langzaamaan werd de Fiat 850 steeds iets verder opgeschroefd, turbo erop, etc.
Albert herinnert zich nog wel de tijd dat hij met zijn 4 cilinder de Ford 9600
van Gert-Jan Dekker voorbij reed. Toen Gert-Jan de Ford samen met Albert echt
onder handen gingen nemen was dat snel over, maar Albert maakte de Fiat lichter
om in de lichtere klassen mee te gaan doen en zette er een P-pomp op. Dit resulteerde
in steeds meer successen. In totaal is Albert zo'n 10 uur per week kwijt aan het
sleutelen voor zijn grote hobby Tractor Pulling. Dat sleutelen vindt plaats in
een klein hoekje van de schuur bij zijn ouders. Deze schuur werd vroeger gebruikt
voor het loonbedrijf, maar tegenwoordig wordt het grootste gedeelte verhuurd.
Broer Robert neemt zo'n 30% van het sleutelwerk voor zijn rekening. Robert Oomen
is tegenwoordig met zijn vrouw Vera Rombouts woonachtig in Rijsbergen.
De tractoren
Albert is een echte Fiat-man en zal nooit met iets anders dan Fiat of New
Holland op de baan verschijnen. 
De Fiat 850 heeft nog steeds de originele
motorinhoud, namelijk 4,9 liter. Het is wel de bedoeling om dat deze winter
te gaan aanpassen. Albert wil naar de 5,4 liter en dat is goed mogelijk,
want daar rijdt Corne Rombouts inmiddels ook al mee. Voor de brandstofpomp
van de Fiat heeft Albert een 8-cilinder P-pomp doormidden gezaagd en passend
gemaakt, waarbij de nokkenas ook verslepen is. Deze werkzaamheden verricht
hij niet bij zijn ouders in de werkplaats, maar bij Harrie van Oosterhout
in Bosschenhoofd. Daar staat een testbank, waar hij ook veel brandstofpompen
test. De turbo is een HX 50 en verder zijn de banden zelf opgesneden.
De New Holland TM 165 is eigenlijk
geen TM 165. Dit type is alleen in het blauw geleverd, maar alleen van dit type
was de motorkap voorradig. Er is gekozen voor de oranje kleur van de Fiat 850,
omdat dit opvalt. Zoals Albert dan zegt: "Dat is onze herkenningskleur".
De in februari 2000 aangeschafte
motor is van een Fiat 180-90, die nog steeds 8,1 liter is. Het vergroten laat
Albert nog uit zijn hoofd, want hij wil wellicht wat mee gaan rijden bij de B-divisie
van de NTTO en dan tussen de pro-stocks. Hiervoor zal deze winter zijn koppeling
gekeurd moeten gaan worden. Het is de bedoeling dat de New Holland bij de ITTC
tussen de superstandaards gaat rijden. Hij zal hiermee niet deelnemen aan de Basrijs-Competitie
in de Giga-Sportklasse. Wellicht dat hij wel een enkele keer met die klasse mee
zal rijden. 
Aan de New Holland
is motorisch uiteraard wel het een en ander gebeurd, zoals dat bij velen is gebeurd,
zoals de compressie van de zuigers verlaagd, meer lift aan de nokkenas gegeven,
grotere kleppen, de kop zelf geflowd en de kanalen in de kop aangepast voor betere
luchtdoorstroming. Albert heeft ook nog iets uitbesteed; de stalen cilinderbussen
zijn namelijk gemaakt door Rob van de Waal. Verder is de 6-cilinder voorzien van
een P-pomp met 13mm plunjers en zit er een HX83 turbo op. De intercooler is net
als bij de Fiat 850 zelf gemaakt. En ook van deze tractor zijn de Michelin 650'ers
zelf gesneden. Het spuitwerk van de New Holland is in zijn geheel verricht door
broer Robert. Een bijzonderheid aan de New Holland is dat er een camera op de
veiligheidsbeugel bevestigd is, waarmee het gehele dashboard tijdens de trekpoging
opgenomen wordt. Dit is wel nodig, want tijdens de trekpoging hebben Albert en
Robert weinig tijd om op het dashboard te kijken. De beelden worden later thuis
bekeken, waarmee ze nog eens goed kunnen kijken naar bijvoorbeeld de turbodruk
en de temperatuur.
Naast Albert en Robert helpt neef Ad Vergouwen ook wel eens mee. Ad heeft
meegeholpen met de New Holland. Ad rijdt ook af en toe op de Fiat 850 en
reed deze kapot op een wedstijd; een verbrande klep. Ad heeft deze toen
gerepareerd omdat Albert het te druk had.
Voor anderen
Albert is iemand die naast het werk voor zijn eigen tractoren ook veel werk
verricht voor de andere deelnemers in de sport. Zo heeft Albert brandstofpompen
passend gemaakt op diverse motoren en zet hij er grotere plunjers in. Het
gaat hier onder andere om de tractoren van Marius Aarts, Corne Rombouts,
Richard Dams, Herman en Bart Mariman, John Bogers, Frans de Bruijn, Willie
Monden, Gert Stessens en Carl Smets.
Albert zet geen grotere plunjers in een brandstofpomp als deze er zo niet
in passen, dat vindt hij maar prullen. "Als je meer ruimte gaat maken
voor de plunjers ontstaat er een ongelijke verdeling over de cilinders,
waardoor je niet het optimale uit een brandstofpomp kan halen", aldus
Albert.
Albert neemt ook cilinderkoppen onder handen door er grotere kleppen in
te zetten, dit gaat gebeuren bij de tractoren van Carl Smets, Corne Rombouts
en Marius Aarts.
Verder is Albert de grote leverancier en reparateur van turbo's voor het
gros van de deelnemers uit Zuid-West Nederland. Deze turbo's worden ingekocht
bij hofleverancier van turbo's in Nederland Turbo Europa in Amersfoort (Aart
Waterweg).
Tevens maakt Albert intercoolers. Hij maakt hiervoor gebruik van koelelementen
van koelcombinaties die gebruikt worden in de tuinbouw. Al het (zilver)
laswerk verzorgt Albert, alhoewel hij dit tegenwoordig ook wel eens uitbesteed
aan Marius Aarts. Albert heeft onder andere al koelers gemaakt voor de tractoren
van Gert-Jan Dekker, Marius Aarts, Daniel Godrie en Herman Mariman.
Toen Gert-Jan Dekker met een 7,5 liter motor ging rijden in de Ford 9600
is Albert ook 1 van degenen geweest die zich bemoeide met de motor. Ten
slotte helpt Albert nog wel eens mee aan de Volvo BM 810 van Richard Dams.
De wedstrijden
Vroeger ging Albert alleen naar de wedstrijden in de omgeving van Sprundel omdat
hij rijdend met de Fiat 850 of Fiat 130-90 ging, maar tegenwoordig bezoekt hij
de wedstrijden waar Richard Dams ook naar toe gaat. De tractor kan dan mee op
de vrachtwagen. Albert mag zelf wel rijden in een vrachtwagen, maar laat dit vaak
over aan Richard. Albert heeft zich helemaal gericht op de snellere klassen. Volgens
Albert komen de mensen tegenwoordig alleen maar kijken als er sportklassen op
een wedstrijd zijn. Mensen komen niet zo gauw meer voor de standaardklassen. Wel
merkt Albert op dat sommige sportklassen wel wat vol worden. Albert heeft het
liefst een goede harde baan, dat is meestal per jaar en per locatie verschillend.
In 2002 vond hij de banen in Rijsbergen, Etten-Leur en Oudenbosch goed voor het
pullen. Ondanks het vele rijden voor de Hyproslee heeft Albert toch liever een
sleepwagen met een sleepvoet, waarbij een verplaatsbaar gewicht op de sleepvoet
komt. Volgens Albert werkt dit nauwkeuriger en heeft de baan nauwelijks invloed op de
sleepwagen.
De bekers die Albert in de afgelopen jaren heeft gewonnen staan allemaal
in dozen op zolder. Voor een bepaalde gelegenheid stonden er nog enkele
bekers in een schuurtje bij zijn huis, maar normaal gesproken zul je geen
bokalen vinden bij Albert. Desondanks hecht Albert best wel wat waarde aan
de bekers, want als er wedstrijden zijn zonder bekers dan vindt hij het
niet leuk om bijvoorbeeld alleen een spons of een aansteker te krijgen.
Tot slot
Albert kijkt ook regelmatig op www.tractorpulling.nl, waar de uitslagen, de foto's
en de nieuwtjes bekeken worden. Volgens Albert heeft de site wel degelijk een
toegevoegde waarde voor de sport. Naast de werkzaamheden voor de sport wil Albert
nog wel eens een keer gaan biljarten. Vroeger wat vaker dan tegenwoordig, want
nu biljart hij nog zo'n 8 keer per jaar. En dan moeten we natuurlijk niet vergeten
te vertellen dat medio december Irma, de vrouw van Albert, uitgerekend is.
laatst gewijzigd op 17 november 2002
toevoegingen, op- en/of aanmerkingen kun je sturen naar de webmaster.
Copyrights Bert de With
De prestaties waren al erg goed in de 4,5 ton, waar toen in werd deelgenomen.
Langzaamaan werd de Fiat 850 steeds iets verder opgeschroefd, turbo erop, etc.
Albert herinnert zich nog wel de tijd dat hij met zijn 4 cilinder de Ford 9600
van Gert-Jan Dekker voorbij reed. Toen Gert-Jan de Ford samen met Albert echt
onder handen gingen nemen was dat snel over, maar Albert maakte de Fiat lichter
om in de lichtere klassen mee te gaan doen en zette er een P-pomp op. Dit resulteerde
in steeds meer successen. In totaal is Albert zo'n 10 uur per week kwijt aan het
sleutelen voor zijn grote hobby Tractor Pulling. Dat sleutelen vindt plaats in
een klein hoekje van de schuur bij zijn ouders. Deze schuur werd vroeger gebruikt
voor het loonbedrijf, maar tegenwoordig wordt het grootste gedeelte verhuurd.
Broer Robert neemt zo'n 30% van het sleutelwerk voor zijn rekening. Robert Oomen
is tegenwoordig met zijn vrouw Vera Rombouts woonachtig in Rijsbergen.
De Fiat 850 heeft nog steeds de originele
motorinhoud, namelijk 4,9 liter. Het is wel de bedoeling om dat deze winter
te gaan aanpassen. Albert wil naar de 5,4 liter en dat is goed mogelijk,
want daar rijdt Corne Rombouts inmiddels ook al mee. Voor de brandstofpomp
van de Fiat heeft Albert een 8-cilinder P-pomp doormidden gezaagd en passend
gemaakt, waarbij de nokkenas ook verslepen is. Deze werkzaamheden verricht
hij niet bij zijn ouders in de werkplaats, maar bij Harrie van Oosterhout
in Bosschenhoofd. Daar staat een testbank, waar hij ook veel brandstofpompen
test. De turbo is een HX 50 en verder zijn de banden zelf opgesneden.
De in februari 2000 aangeschafte
motor is van een Fiat 180-90, die nog steeds 8,1 liter is. Het vergroten laat
Albert nog uit zijn hoofd, want hij wil wellicht wat mee gaan rijden bij de B-divisie
van de NTTO en dan tussen de pro-stocks. Hiervoor zal deze winter zijn koppeling
gekeurd moeten gaan worden. Het is de bedoeling dat de New Holland bij de ITTC
tussen de superstandaards gaat rijden. Hij zal hiermee niet deelnemen aan de Basrijs-Competitie
in de Giga-Sportklasse. Wellicht dat hij wel een enkele keer met die klasse mee
zal rijden. 
Aan de New Holland
is motorisch uiteraard wel het een en ander gebeurd, zoals dat bij velen is gebeurd,
zoals de compressie van de zuigers verlaagd, meer lift aan de nokkenas gegeven,
grotere kleppen, de kop zelf geflowd en de kanalen in de kop aangepast voor betere
luchtdoorstroming. Albert heeft ook nog iets uitbesteed; de stalen cilinderbussen
zijn namelijk gemaakt door Rob van de Waal. Verder is de 6-cilinder voorzien van
een P-pomp met 13mm plunjers en zit er een HX83 turbo op. De intercooler is net
als bij de Fiat 850 zelf gemaakt. En ook van deze tractor zijn de Michelin 650'ers
zelf gesneden. Het spuitwerk van de New Holland is in zijn geheel verricht door
broer Robert. Een bijzonderheid aan de New Holland is dat er een camera op de
veiligheidsbeugel bevestigd is, waarmee het gehele dashboard tijdens de trekpoging
opgenomen wordt. Dit is wel nodig, want tijdens de trekpoging hebben Albert en
Robert weinig tijd om op het dashboard te kijken. De beelden worden later thuis
bekeken, waarmee ze nog eens goed kunnen kijken naar bijvoorbeeld de turbodruk
en de temperatuur.
De bekers die Albert in de afgelopen jaren heeft gewonnen staan allemaal
in dozen op zolder. Voor een bepaalde gelegenheid stonden er nog enkele
bekers in een schuurtje bij zijn huis, maar normaal gesproken zul je geen
bokalen vinden bij Albert. Desondanks hecht Albert best wel wat waarde aan
de bekers, want als er wedstrijden zijn zonder bekers dan vindt hij het
niet leuk om bijvoorbeeld alleen een spons of een aansteker te krijgen.