Vaktermen

Hieronder vind je een overzicht van termen die op de pulling wedstrijden en ongetwijfeld ook op de pulling sites gebruikt worden. Mis je een bepaalde term? Stuur dan een e-mail: bert@tractorpulling.nl

A-divisie:
Zes klassen die in competitieverband rijden in Nederland. Dit is de 'hoogste' divisie. Hier rijden dus ook de tractoren die omgebouwd zijn met bijvoorbeeld vliegtuigmotoren. Deze competitie wordt verreden op zo'n 12 wedstrijden in een jaar (niet op zondagen).

Alky:
Alcohol (Methanol). Daar rijden tegenwoordig de meeste tractoren op in de A- en B-divisie. In sommige klassen is het niet toegestaan zoals de Pro-Stock en de gehele S-divisie, daar rijden ze op diesel.

Av Gas:
Aviation gas. Een soort vliegtuigbenzine maar dan met een hoger octaangehalte dan benzine. Griffons die geen methanol injectie hebben in de 3,5 ton hebben dit. Zoals Red Diamond of The Judge.

Backfire:
Een terugslag uit de ontbrandingskamer in de luchtinlaat. Hierdoor reageert ook de zuurstof in de inlaat waardoor de motor stikt en geen lucht meer krijgt. Gevolg: dalend vermogen en einde run. Wat je ervan ziet: Een luchtfilter wat eraf geblazen wordt met vaak wat vlammen. Motoren die regelmatig backfires kunnen hebben: RR Griffon, Rover Meteor, Allison V12. Vaak de vliegtuigmotoren. Bij een V8 breekt bij een backfire de blowerbelt.

Bak:
Versnellingsbak van de tractor.

Ballastgewichten:
De gewichtenblokken die aan een tractor gehangen worden om aan het gewicht van de klasse te komen. De klassen zijn opgedeeld naar gewicht, bijvoorbeeld 3500 kg. Indien een tractor dan maar 3100 kg weegt dan mag er 400 kg aan ballastgewichten aan de tractor bevestigd worden.

B-divisie:
Vier klassen die in competitieverband rijden in Nederland en Belgie tesamen met de BKTV. Ook hier rijden tractoren die omgebouwd zijn met vliegtuigmotoren. Deze wedstrijden zijn meestal op zondagen.

Blower:
Door een riem aangedreven turbo. De riem zit in principe aan de krukas en drijft op die manier de blower aan die bovenop de motor zit gemonteerd. Hij perst de lucht als het ware naar binnen; veel vermogenswinst dus! De blower is te herkennen aan de 3 rode rondjes die bovenop een motor zitten. Motoren waarop men blowers monteert: Chevrolet, Ford, Keith Black, JP V8-en, maar ook de Rover Meteor ontkomt er niet aan. Een bekend type blower is de SSI Hi Helix, 14-71.

Banter:
Merk die o.a. crossboxen maken.

BKTV:
Belgische Kracht Tractoren Vereniging. De Belgische overkoepelende organisatie, alhoewel niet alle Belgische wedstrijden door de BKTV georganiseerd worden. Er zijn destijds meerdere organisaties ontstaan.

Blowerbelt:
De riem die de blower aandrijft.

Bosch Pomp:
Bandstofpomp (Bosch is een merk).

Bult:
Een zandbult die voorbij de finish overdwars op de baan ligt.

Conti:
Continental V12.

Chevy:
Chevrolet.

Crossbox:
Een verzamelbak die nodig is als er meerdere motoren op een tractor liggen, deze crossbox 'verzamelt' de aandrijfkrachten en daarna gaat de aandrijving de versnellingsbak of de reverser in.

Dekplaat:
Deze plaat kan verschillende diktes hebben en zit tussen de cilinderkop en cilinders van een motor. Ze gebruiken deze platen bijvoorbeeld in de Pro-Stock en Super-Stock om zo meer cilinderinhoud te krijgen met een grotere krukas.

Dodemansgashendel:
Opgevoerde tractoren hebben een gashendel die automatisch terugvalt als je het gashendel los laat. Dit noemen we een dodemansgashendel.

Firestone:
Bandenmerk die bijna alle banden levert voor de Tractor Pulling. Een nieuw type band is de Puller 2000. Met een licht profiel werpt deze minder grond in de rondte.

F.F.: zie Floating Finish.

Floating Finish: (F.F.)
Zodra er met Floating Finish gereden wordt, moeten de tractoren de sleepwagen zo ver als mogelijk verplaatsen; ook nog voorbij de Full Pull grens (meestal 110 meter). Floating Finish wordt meestal alleen in een finale toegepast. Als de tractoren de sleepwagen dan alsnog over de nieuwe finishlijn verplaatsen, dan volgt er een (super-)finale.

F.P.: zie Full Pull.

Full Pull: (F.P.)
Indien een tractor de sleepwagen over de volle baanlengte (meestal 100 meter) verplaatst, noemen we dat een Full Pull. Bij meerdere Full Pulls in 1 klasse is er een finale.

Hookpoints: (HP)
Deze term wordt alleen gebruikt bij klassen die in een competitie rijden. Vrij vertaald zijn het 'aanhaakpunten'. Dat betekent dat de tractor wel vast heeft gezeten aan de ketting van de sleepwagen, maar dat er geen trekpoging gemaakt is of dat er alleen een trekpoging is gemaakt in een andere dan de definitieve afstelling van de sleepwagen.

H.P.: zie Hookpoints.

Inter:
International, een bekend merk van standaard landbouwtractoren.

JD:
John Deere, een bekend merk van standaard landbouwtractoren.

Koppen:
Cilinderkoppen, zitten bovenop de cilinders. Door de cilinderkoppen komt brandstof, lucht en de vonk van de ontsteking. Vaak aangepast voor een betere luchtflow naar de ontbrandingskamer.

Krijtkar:
Een klein karretje met krijt, waarmee de krijtlijnen getrokken worden voor de linker- en rechterkant van de baan.

MF:
Massey Ferguson, een bekend merk van standaard landbouwtractoren.

MSD:
Ontsteking van het merk MSD.

Noodstop:
Alle opgevoerde tractoren zijn voorzien van een noodstop, die via een kabel verbonden is met een knop op de sleepwagen. Zodra de berijder van de sleepwagen op deze knop drukt wordt de kabel uitgetrokken en kan de tractor geen vermogen meer opbouwen. De tractor komt dan vrijwel direct tot stilstand.

NTTO:
Nederlandse Truck- en Tractor Pulling Organisatie. De Nederlandse overkoepelende organisatie, alhoewel niet alle Nederlandse wedstrijden door de NTTO georganiseerd worden. Er zijn destijds meerdere organisaties ontstaan.

O.O.B.: zie Out of Bounds.

Out of Bounds: (O.O.B.)
Aan de linker en rechterkant van de baan staan 2 witte kalklijnen. Als de tractor deze lijn raakt of overschrijdt noemen we dat 'buiten de baan', of ook wel: out of bounds.

Parc Fermé:
De afgesloten ruimte tussen de weegbrug en de sleepwagen alwaar de tractoren uit een hele klasse klaarstaan voor hun trekpoging.

Planetairen:
Zitten op de achteras en zorgen voor de eindvertraging.

Plastic:
In de bedoeling: "Het plastic moet er over" of "Het plastic kan er af". Een groot plastic afdekzeil wat over de baan gelegd wordt bij regenval. Dit wordt voornamelijk bij kleibanen of zachte banen gebruikt.

Plunjers:
Zitten in de brandstofpompen. Vaak zitten er op 6 cilinder blokken ook 6 cilinder pompen met dus 6 plunjers. Dat zijn een soort zuigertjes die de brandstof pompen. De opgevoerde tractoren rijden meestal met grotere plunjers in de brandstofpompen.

Proeftrek:
De eerste tractor in iedere klasse maakt een proeftrek. Dit is om te kijken of de sleepwagen goed staat afgesteld. De deelnemer mag er dan nog wel voor kiezen of hij de trekpoging over wil doen.

Pull-Off:
Dit is een ander woord voor finale. De tractoren die een Full Pull behaald hebben rijden in de Pull-Off.

RR:
Rolls Royce.

Reverser:
Versnellingsbak met alleen maar één vooruit en één achteruit versnelling.

Scoop:
Zit bovenop een V8 met blower, door de 3 gaten zuigt de blower de lucht naar binnen. Als de chauffeur gas geeft dan gaan de 3 rode vlinderkleppen open.

Scraper:
Dat is het apparaat wat achter een aparte tractor hangt die na iedere trekpoging de, door de pullende tractor, gegraven gaten dicht maakt.

S-divisie:
Deze term wordt gebruikt voor de wedstrijden met de Standaardklassen, Sportklassen en Super-Sportklassen bij de NTTO.

Sleeptractor:
Een tractor die de pullende tractor aan- of afsleept.

Sleepwagen:
De 'kar' die de tractoren over de volledige baanlengte moeten proberen te verplaatsen.

Turbo:
Schoepen worden aangedreven door uitlaatgassen die er doorgeblazen worden. Schoepen drijven de turbo aan zodat deze lucht in de motor perst. Meer vermogen dus! Een bekende turbo is bijv. Holset of Garrett. Motoren met turbo's: Super-Stocks, Pro-Stocks, Rover Meteor, Continental V12 en tractoren in de S-divisie.

TVM:
Technische-, Veiligheids- en Milieucommissie. Dat is een commissie bestaande uit een aantal personen die de tractoren controleren op legaliteit en veiligheid.

Sigma Pomp:
Een speciaal type brandstofpomp. Wordt gemaakt in Amerika maar komt oorspronkelijk uit Frankrijk.

Steigerbegrenzers:
Zitten achter aan de tractor vast op een bepaalde hoogte van de grond. Als de tractor tijdens de trekpoging met de voorwielen te ver omhoog gaat komen deze begrenzers aan de grond waardoor de tractor van voren niet verder omhoog kan komen.

Supercharger:
Een slakkenhuis behuizing met daarin een impeller (schoepenwiel) die door middel van de krukas middels tandwielen wordt aangedreven. Deze tandwielen versnellen de omwenteling van dit wiel met 6 a 7 keer de krukas toeren. Dat betekent dus (bij een Griffon) tussen de 15000 en de 25000 toeren. Dit wiel zorgt ervoor dat de inlaatlucht onder druk de motor ingeblazen wordt. Dit zorgt net als bij een blower en een turbo voor meer vermogen. Door de hoge toeren is het verplicht deze supercharger af te schermen middels een behuizing. Mocht er iets mis gaan dan vliegen de brokstukken niet in de rondte.

Trekpoging:
Het verplaatsen van de sleepwagen over een meetbare afstand wordt een trekpoging genoemd.

Vliegtuigbenzine:
Daarop draaiden origineel de vliegtuigmotoren op. Mengsel van brandstof, water en olie. Super Kasper rijdt bijvoorbeeld nog op de originele vliegtuigbenzine (ook wel AV GAS)

Vrijwillige stop:
Een deelnemer kan ervoor kiezen om binnen de 20 meter vrijwillig het gashendel dicht te trekken. Door dat te doen mag de deelnemer opnieuw een trekpoging maken. Een vrijwillige stop wordt meestal gemaakt als al snel blijkt dat de tractor voor zijn trekpoging toch in een verkeerde versnelling staat.

Wedstrijdjury:
De personen die het verloop van de wedstrijd voor het zeggen hebben. Deze bestaat (meestal) uit de beginvlagger, de finishvlagger en de wedstrijdleider.